Historie
De rijke historie van Jeep gaat terug tot de legendarische Willys MB met zijn fameuze ‘Go Devil’ motor. Deze oer-Jeep werd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog speciaal ontworpen voor het Amerikaanse leger. Na 1945 begon Jeep zijn opmars als burgervoertuig, met de CJ-reeks en later de Jeep Wrangler als succesnummers. Ook de Jeep Station Wagon en de Jeep Wagoneer werden klassiekers. Wellicht is de Grand Cherokee de klassieker van de toekomst?
De eerste Jeep was het resultaat van een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven door het Amerikaanse leger in 1940. De strijdmacht had aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog behoefte aan een snel, vierwielaangedreven verkenningsvoertuig dat maximaal een kwart ton woog. Ingenieur Karl Probst legde namens de Bantam Car Company binnen 2 dagen het ontwerp van een prototype op tafel.
Concurrent Willys-Overland werkte het prototype van de Bantam uit tot de Willys Quad. Ook Ford kwam met een prototype. Uiteindelijk bleek de Quad als beste te voldoen aan de wensen van het leger. Dat lag onder meer aan de 60 pk sterke ‘Go Devil’ motor, waarvan de kleppen en uitlaat niet bovenop het motorblok lagen maar erin waren verwerkt. Echter, Willys-Overland kon de productievraag niet aan. Daarnaast was, vanwege de oorlog, het risico op sabotage te hoog wanneer slechts een fabriek zou worden gebruikt. Daarom werd op verzoek van het leger ook Ford betrokken bij de ontwikkeling en productie van de auto die later de Willys MA ging heten.
Willys MB
De legendarische Willys MB volgde de MA al in 1941 op. De MB was de eerste in massaproductie geproduceerde Jeep, met bijna 370.000 geproduceerde exemplaren tot en met 1945. Nog eens 370.000 exemplaren werden in licentie gebouwd. De Ford-variant – nauwelijks van de MB te onderscheiden – heette Ford GPW. De Willys MB was van boven en aan beide zijden open, maar kon met zeildoek worden ‘afgesloten’. De MB had een windscherm dat fungeerde als voorruit en dat naar beneden geklapt kon worden. Dit verlaagde het silhouet en maakte het soldaten mogelijk naar voren te vuren. Het voertuig bood plaats aan vier personen en werd in de Tweede Wereldoorlog veelvuldig gebruikt door de Geallieerden.
Door zijn sterke carrosserie was de wagen ook uitermate geschikt voor vervoer van allerlei zwaar materieel. Al snel verschenen aanpassingen voor veldrijden, winterse omstandigheden, woestijnrijden en diepwater waden. Het voertuig stond erom bekend dat het nooit in de problemen raakte. Generaal George C. Marshall noemde de Jeep ‘Amerika’s grootste bijdrage aan de moderne oorlogsvoering’. Volgens generaal Dwight D. Eisenhower zouden de Geallieerden de Tweede Wereldoorlog zelfs niet gewonnen hebben zonder deze robuuste terreinwagen.
Nederlandse productie
Willys-Overland werd in 1953 overgenomen door het Kaizer-Frazer concern. Zodoende werd vanaf 1955 de Jeep in Rotterdam geproduceerd door Nekaf, de Nederlandse Kaiser-Frazer Fabrieken. De in licentie gebouwde Willys MD heette simpelweg de Nekaf Jeep. Later bouwde de Dordrechtse firma Kemper & Van Twist nog een kleine serie. In totaal werden 7.500 Nekaf Jeeps gebouwd. Door militairen werd de Nekaf Jeep officieel aangeduid als M38A1. De uitvoeringen voor het Nederlandse leger omvatten onder meer ambulances en brandweerautos, vrachtauto’s ‘algemene dienst’, verkenningsjeeps en wapentransport-jeeps met zogenaamde ‘terugstootloze vuurmond’.
Naam en logo
Het Amerikaanse leger wilde indertijd geen Willys- of Ford-merknaam op de auto’s. Uiteindelijk eindigde de merknaam Jeep op de huidige modellen. Daarvoor zijn verschillende verklaringen. De eerste luidt dat de huidige naam is afgeleid van de, bijna hetzelfde klinkende, Engelse afkorting ‘GP’. Dat stond voor ‘general purpose’ ofwel ‘algemene toepassing’, hetgeen het karakter van de auto typeerde. Een gelijksoortige uitleg wijst naar de naam Ford GPW. Een derde mogelijkheid gaat terug naar het jargon van Amerikaanse militairen in de jaren ’30. In het toen razend populaire stripverhaal Popey kwam het personage ‘Eugene the Jeep’ voor, een wezen dat bijna alles kon. Daarop pasten de militairen het woord ‘jeep’ steeds vaker toe op een buitengewoons iets dat tot van alles in staat was. De lichtgewicht Willys zou deze associatie hebben opgeroepen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het woord ‘jeep’ vooral in Europa ingeburgerd. Het verwees niet alleen naar het merk Willys, maar ook naar het autotype (de terreinwagen) in het algemeen. De merknaam ‘Jeep’ werd voor het eerst officieel in gebruik genomen door Kaizer-Frazer.
Hoewel de merknaam tegenwoordig voorkomt op de auto’s, ontbreekt nog steeds een embleem. Dit logo bestaat wel, voor reclamedoeleinden. Zeven horizontale balken met aan weerszijden twee rondjes stellen de grille en koplampen van de Jeep voor.
Klassieke Jeeps
Al voor het einde van de oorlog introduceerde Willys de CJ (‘Civilian Jeep’ of burger-Jeep), de commerciële versie van de MB. Gestript van alle militaire features was de CJ voorzien van dezelfde Go Devil motor. Er kwamen tot de jaren 1980 maar liefst tien generaties uit. De Willys Station Wagon was in 1946 de eerste estate die geheel was opgetrokken uit staal. De stationcars van concurrenten waren toen nog van hout. 3 jaar later werd vierwielaandrijving (4WD) toegevoegd. De Jeep Jeepster – speciaal gebouwd om ‘de elementen te trotseren en de vrouwen op het strand te imponeren’ – wordt samen met de Jeep Wagoneer gezien als vroege voorloper van de huidige Sport Utility Vehicles (SUV’s). Het was in de jaren ’60 revolutionair om een 4WD te voorzien van zaken als stuurbekrachtiging en automatische transmissie. Daarnaast was de Wagoneer de eerste 4WD-auto die luxueus werd uitgevoerd.
De markt voor 4WD-modellen groeide, maar vroeg tegelijkertijd om meer features van ‘gewone’ personenauto’s. De Jeep Wrangler uit 1987, een mini-SUV gebaseerd op de Willys Jeep uit de oorlog, beantwoorde hieraan en werd een groot succes. Van de eerste generatie werden ruim 630.000 stuks geproduceerd.
Fiat-Chrysler
Na diverse overnames belandde het merk Jeep bij de Chrysler Groep, waar het zustermerk is van Dodge en Chrysler zelf. Sinds 2009 is het moederbedrijf Chrysler de facto in handen van het Fiat-concern. Onder Fiat-Chrysler paraplu worden de Jeep-dealerschappen in Europa flink uitgebreid. Fiat heeft daarvoor de Europese verkoop en import onder haar hoede genomen.
Tussen de Jeep-modellen die het te koop aanbiedt zit nog altijd de Wrangler. De auto is nu voorzien van het 4WD-systeem Off-road Rock-Trac en van elektronische sperdifferentiëlen. Die zorgen ervoor dat snelheidsverschillen tussen de wielen mogelijk zijn, zonder dat het volledige koppel (de trekkracht) op één wiel wordt overgedragen. Er is ook een vierdeursuitvoering, de Jeep Wrangler Unlimited. Dit model biedt de enige vierdeurscabrio in het terreinwagen-segment.
De Compass, met typische Jeep-karakteristieken, heeft een gunstige prijs-prestatie verhouding. De auto wordt binnen enkele jaren, samen met de uit de productie gehaalde Patriot, vervangen door één nieuw model compacte SUV. De Jeep Grand Cherokee is een grotere SUV die is afgeladen met luxe. Hij is in 2011 geheel vernieuwd. Qua bouwkwaliteit, weggedrag en stijfheid heeft de nieuwe Jeep een reuzensprong vooruit gemaakt.
Off-road recreatie
Jeep-rijders die beter met hun terreinwagen willen leren omgaan, kunnen binnen het Jeep Off-road Adventure-programma cursussen volgen in verschillende gradaties – van greppels oversteken tot het gebruik maken van bergingslinten. Een jaarlijks terugkerend spektakel is het Euro Jeep Camp. Deelnemers komen in hun eigen Jeep 3 dagen bijeen om off-road oefeningen en parkoersen af te leggen.
Ook de Jeep Club Nederland organiseert cursussen en activiteiten. Zowel ‘Jeepers’ met klassiekers als met gloednieuwe modellen kunnen terecht bij onder meer bij de Jeep Academy, de Jeep Tour en de Jeep Trial.