1 auto’s beschikbaar

Historie

 

 

De Detroit Automobile Company ging een jaar na oprichting (1899) failliet, en na een doorstart met Henry Ford aan het roer nogmaals. Toen Henry Leland gevraagd werd om de waarde van fabriek en machines voor verkoop te taxeren stelde hij de investeerder voor om het bedrijf voort te zetten, met behulp van een motor die hij mede ontwierp voor het merk Oldsmobile. Ze besloten de eerste succesvolle autoproducent van de toen 200-jarige stad Detroit te worden. Ze vernoemden het merk naar de stichter van de stad, ontdekkingsreiziger Antoine Laumet de LaMothe, Sieur de (Heer van) Cadillac. Het wapen van Cadillacs familie, omgeven door een lauwerkrans, werd het auto-embleem.

 

Het streven naar succes werd waardheid toen de eerste Cadillac, de 10 HP, gepresenteerd werd op de autosalon van New York in 1902. Binnen een week kreeg het merk 2.286 bestellingen binnen. Het belangrijkste Cadillac verkoopargument was betrouwbaarheid, vanwege de precisie waarmee de auto werd gebouwd. Zo precies, dat de onderdelen uitwisselbaar waren. Omdat dit toentertijd geen vanzelfsprekendheid was, won Cadillac in 1904 hiervoor de Dewar Trophy.

 

In 1911 presenteerde Cadillac als eerste een geïntegreerde starter, verlichting en ontsteking. Dit Delco-systeem maakte het overbodig om het voertuig aan de buitenkant handmatig te starten. Het bedrijf werd voor de tweede keer beloond met de Dewar Trophy, iets wat geen andere autofabrikant ooit is gelukt. Cadillac voerde door de tijd heen meer innovaties door. Voorbeelden zijn het gebruik van veiligheidsglas, de gesynchroniseerde versnellingsbak en de grootschalige productie van V8-motoren.

 

 

General Motors

 

Sinds 1909 behoort het merk tot het General Motors (GM)-concern. Diens oprichter, William Durant, probeerde Cadillac al langere tijd te kopen, om een auto-imperium op te bouwen dat wagens aanbood in elke prijsklasse. Pas voor de prijs van 4,5 miljoen dollar – cash uitbetaald – ging Leland akkoord. Hij vertrok in 1917 om de Lincoln Motor Company te vormen. Dat bedrijf werd later overgenomen door Ford, wat één van Cadillacs belangrijkste concurrenten zou worden.

 

Binnen GM werd Cadillac als luxemerk gepositioneerd. Om het gat tussen deze topper en het merk Buick op te vullen kreeg Cadillac een zustermerk, LaSalle (tot 1940), dat ook door het Cadillac-dealernetwerk werd aangeboden. Cadillac-modellen waren bestemd voor vermogende mensen en verschenen ook in limousine-uitvoering, La Salle-versies werden voordeliger in de markt gezet. Sinds de vroege jaren '20 van de vorige eeuw wordt Cadillac ook in Europa verkocht. Via derden werden de Cadillacs regelmatig omgebouwd tot ambulance of lijkwagen.

 

 

Pink Cadillac

 

 

Tijdens de latere crisisjaren verkocht Cadillac weinig auto's. De autoproductie werd zelfs stilgelegd tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen het bedrijf in plaats daarvan tanks en vliegtuigmotoren bouwde voor de oorlogsindustrie. De dubbele staart van het P-38 Lightning jachtvliegtuig ligt aan de basis van de staartvinnen die het ontwerp van Cadillac-auto's in de jaren '50 kenmerkten. De vinnen werden toegepast in de series 61, 62, 75 en de 60 Special. Met chromen Dagmar-bumpers vormden de staartvinnen de bekende, populaire 'Caddillac-stijl'.

 

Eén van de grootste Cadillac-fans was Elvis Presley. Hij gaf diverse explaren cadeau aan andere mensen. Voor zichzelf kocht hij meer dan honderd exemplaren. De bekendste is wel de roze Fleetwood 60 Special uit 1955. Dat de roze Caddy tot de verbeelding sprak, blijkt ook wel uit het gebruik van 'Pink Cadillac' als songtitel (Bruce Springsteen), filmtitel (met Clint Eastwood) en albumtitel (John Prine).

 

 

Art and Sience

 

 

Vanwege de oliecrisis in de jaren '70 moesten de grote motoren wijken. Ook de modellen werden - voor Amerikaanse begrippen - kleiner. GM probeerde de Cadillac-doelgroep uit te breiden door de introductie van nieuwe modellen. Maar inmiddels ontbrak het de techniek aan de betrouwbaarheid van weleer. Ook kreeg het merk steeds meer concurrentie van Japanse en Europese modellen.

 

Om het tij te keren en opnieuw te behoren tot de top van luxemerken, introduceerde Cadillac in 1999 de 'Art and Science'-ontwerpstijl. Scherpe lijnen en hoeken vormden de basis. De luxe roadster XLR, waarin de stijl als eerste werd toegepast, werd North American Car of the Year 2004. Vanaf dit moment kregen de Cadillacs weer meer lengte.

 

 

Europese Markt

 

 

Vanaf 2005 creëerde GM markten speciaal voor Cadillac buiten Noord-Amerika. De exclusief voor de Europese markt bestemde BLS werd gebouwd door het Zweedse merk Saab, toendertijd dochtermerk van GM. Met een 2.8 V6-turbomotor en vierwielaandrijving was dit model z'n afkomst, de Saab 9-3, waardig.

 

Cadillac introduceerde verder een voor Europese begrippen nieuw distributie- en showconcept. GM wilde dat bezoekers het automerk beleefden. In plaats van een showroom waar je alleen naar auto's kon kijken, opende het merk Cadillac Experience Centers, waarvan een in Breukelen was gevestigd. Je vond er bijvoorbeeld 'de wereld van Cadillac', een overzicht van uitvindingen en primeurs uit het 100-jarig bestaan van het merk.

 

 

 

Nieuwe modellijn

 

 

In 2009, tijdens de wereldwijde kredietcrisis, dreigde een bankroet bij moederbedrijf GM. Bovendien ging Nederlands importeur Kroymans failliet. Cadillac verdween daardoor voor korte tijd van de markt. In 2010 nam GM zelf de import over en maakte het merk zijn herstart in Europa. Onder meer met goede service wilde Cadillac gaan concurreren met de Duitse premiummerken zoals Audi en Volkswagen. Sinds 2017 is Cadillac begonnen met de ontwikkeling van een nieuwe productlijn, die aantrekkelijker en kwalitatief beter is.

 

Inmiddels staat bij de dealers weer een volwaardig assortiment Cadillac-modellen. Van de sedans en coupé's zijn ook performance-uitvoeringen verkrijgbaar onder het V-label. De ATS-V is bijvoorbeeld de potente versie van de ATS sedan of coupé. Onder de SUV's is de ontzagwekkend grote Escalade (sinds 1999) de bekendste: de full-size SUV kent in ons land zijn weerga niet.