Historie
De Rover-rijwielfabriek in Groot-Brittannië bestond al vanaf 1883. Sinds 1926 werden er eenvoudige auto’s gebouwd. Dit veranderde toen de broers Maurice en Spencer Wilks midden jaren ’30 aan het hoofd van het bedrijf kwamen te staan. Zij startten de productie van kwalitatief hoogstaande auto’s, de modellen P1 tot en met P6.
Toen de fabriek na de Tweede Wereldoorlog opnieuw was opgebouwd, ontstond overcapaciteit. De broers besloten deze te gebruiken voor een terreinwagen die voornamelijk op land ingezet zou worden. Op dat moment was de Willys Jeep de enige terreinwagen. Vanwege de naoorlogse staalschaarste mochten Engelse fabrikanten maar beperkt auto’s bouwen. De broers Wilks losten dit op door een aluminium carrosserie te ontwikkelen, waardoor alleen staal nodig was voor het platform.
De Wilks broers haalden hun eigen Jeep uit elkaar en bouwden met nieuwe, verbeterde onderdelen de Land Rover. Nog vóór de productie startte, in 1948, verscheen een brochure over The Land Rover for the farmer, the countryman and general industrial use (‘de Land Rover voor de boer, plattelander en algemeen industrieel gebruik’) – de doelgroepen waaraan het merk z’n naam dankte.
Series I, II en III
Tijdens de Amsterdam International Motor Show (later de AutoRAI) van 1948 werd de eerste Land Rover gepresenteerd. Deze Series I leek technisch nog veel op de Willys Jeep. Later werden de wielbasis en lengte van de wagen vergroot.
Exact 10 jaar na de introductie werd de Series II geshowd. Dit was een geheel vernieuwd en gemoderniseerd model. Het moest de toegenomen concurrentie op de terreinwagenmarkt aangaan. Verscherpte veiligheidsmaatregelen leidden tot de Series III (1971-1985), die uiterlijk nauwelijks verschilde van de tweede generatie.
De Series-modellen werden wereldwijd een groot succes. Het gevolg was dat de naam Land Rover niet langer alleen werd gebruikt voor het merk maar ook als typeaanduiding voor terreinwagens in het algemeen. Later ontstond zelfs een Land Rover lifestyle, met onder meer de kledinglijn Land Rover Gear.
Defender
De opvolger van de Series-modellen was de Land Rover 110, genoemd naar zijn wielbasis van 110 inch – ter vergelijking: de Series I begon met een wielbasis van 80 inch. De bladveren van de Series waren vervangen door spiraalveren.
Een ander belangrijk verschil met de Series-modellen was dat de 110 permanent vierwielaangedreven was. Dat geldt tegenwoordig voor zowat alle Land Rover modellen; in tegenstelling tot de oudere Series, die ingesteld konden worden op vier- of tweewielaandrijving.
Sinds de jaren ’90 heeft de Land Rover 110 een nieuwe naam: Defender. Deze naam (‘Verdediger’) verwijst naar het militaire karakter van de terreinwagen. Veel legers maken gebruik van (een afgeleide van) de Land Rover Defender. Daaronder zit ook de Nederlandse krijgsmacht, die nog altijd spreekt van ‘LaRo’. De Defender is een van de meest waardevaste auto’s op de markt. In januari 2016 liep de laatste Land Rover Defender van de band, om in 2018 plaats te maken voor een opvolger.
Maatschappelijke inzet
Vanwege z’n veelzijdigheid is de Defender verkrijgbaar in allerhande uitvoeringen. Voorbeelden zijn ambulances, Defenders met rupsbanden, radarwagens, waterdichte en gepantserde Defenders. Voor het Engelse leger is de Light Weight ontworpen, die onder een helicopter meegenomen kan worden.
Andere Land Rover-modellen, zoals de Discovery, zijn in gebruik bij de Verenigde Naties, voor hulptaken onder de allerzwaarste omstandigheden en in de meest afgelegen gebieden. Ook in Nederland maken talloze reddingsdiensten en brandweerkorpsen gebruik van Land Rovers.
Land Rover levert ook auto´s aan natuur- en dierenbeschermingsorganisaties. Dankzij hun terreinwagens kunnen onderzoekers op plaatsen komen die voorheen onbereikbaar waren. Land Rover sponsort organisaties als de Environment Agency, de Nature Conservancy Council, The Royal Geographical Society en de Born Free Foundation.
Range Rover
Sinds 1970 produceert Land Rover ook multifunctionele, vierwielaangedreven terreinvoertuigen voor de consumentenmarkt. Deze Range Rovers zijn comfortabeler en luxueuzer ingericht dan de klassieke Land Rovers. Ook hebben ze een betere wegligging. In feite was de Range Rover de eerste Sports Utility Vehicle (SUV), een aanduiding die toen nog niet bestond.
Binnen 40 jaar tijd zijn een miljoen Range Rovers geproduceerd. Er is sinds 2005 ook een luxe vrijetijdsmodel op de markt, de Range Rover Sport. In 2010 volgde de Evoque, de kleinste, zuinigste en lichtste Range Rover die het merk ooit bouwde. Deze is leverbaar als 3- en als 5-deurs.
Een van de overige, huidige modellen is de compacte SUV Freelander. Eigenlijk is het ‘Freelander 2’, verwijzend naar de tweede generatie. De Discovery is een 4WD-gezinsauto, voorzien van diverse technologische innovaties.
Een voorbeeld is het Terrain Response-systeem dat het mogelijk maakt om voor alle rijomstandigheden – zowel op verharde als onverharde ondergrond – een optimale wegligging in te stellen. Voor rijden in de stad betekent dat bijvoorbeeld dat de auto eenvoudig te parkeren is en een goede wendbaarheid heeft om gemakkelijk te kunnen in- en uitvoegen. Op ruw terrein kan gekozen worden voor een instelling die helpt om doorslippende wielen op een losse of natte ondergrond te voorkomen.
Tata
In 2008 nam het Indiase bedrijf Tata Motors Land Rover en het zustermerk Jaguar over van de Ford Motor Company. Een half jaar na de overname viel het merk ten prooi aan de opstekende economische crisis. Moederbedrijf Tata had problemen om de lening, waarmee de aankoop was gefinancierd, terug te betalen. De malaise op de automarkten dwong tot forse ingrepen als productiestops, werktijdvermindering en ontslagen. Zelfs sluiting van een fabriek dreigde.
Uiteindelijk ging het beter nadat de Britse regering een aanzienlijk bedrag verstrekte om de compacte SUV Evoque te ontwikkelen. Voorwaarden waren dat de productie in Groot-Brittannië bleef en dat de SUV substantieel bij zou dragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot van de Land Rover-automodellen.
Duurzaamheid
Dit sloot aan bij het al door Land Rover ingezette programma om de CO2-uitstoot te verminderen. In eerste instantie had het merk CO2-reducerende projecten in ontwikkelingslanden gefinancierd om de eigen uitstoot te compenseren. Later werd geld uitgetrokken voor het duurzamer maken van de eigen auto- en productietechnologie.
Eén van de eerste resultaten was het start/stop-systeem voor de Land Rover-modellen. Het systeem schakelt de motor uit wanneer de auto stationair draait, en start de motor automatisch zodra de bestuurder wil wegrijden. Dit voorkomt dat de motor onnodig brandstof verbruikt en verlaagt hiermee de CO2-emissie. Inmiddels werkt het merk ook aan hybride automodellen.
Land Rover G4 Challenge
Bestuurders die beter wil leren terreinrijden, kunnen bij de Land Rover Driving Experience op verschillende Europese locaties cursussen volgen in opeenlopende moeilijkheidsgraden. Aan de orde komen onder meer hellingrijden en afdalen, de beheersing van de auto op verschillende ondergronden, navigeren en veilig rijden.
De Master-cursus is meer een expeditie dan een training en vindt plaats in teamverband. Het is een uitstekende voorbereiding voor 4WD-rijders die willen meedoen aan een rally of andere wedstrijd. Tot 2008 biedt Land Rover zelf zo’n uitdaging: de Land Rover G4 Challenge. Behalve een wedstrijd in off-road rijden was de G4 Challenge een competitie in buitensporten zoals abseilen, kayakken, bergklimmen en mountainbiken.
